II.
Het onroerend goed van Kees Klaver is belast met twee hypothe
caire inschrijvingen, respectievelijk ten behoeve van een weduwe en
van een hypotheekbank. De debiteur kan van zijn broer Gerrit het
bedrag van de eerste hypotheek ter leen krijgen tegen een lagere
rente dan hij thans aan de weduwe dient te betalen en hij wenst
dan ook de schuld aan haar af te lossen en aan zijn broer Gerrit
recht van eerste hypotheek te verlenen.
Is een en ander te verwezenlijken en zo ja, welke formaliteiten
zijn daaraan dan verbonden?
Bij de beantwoording dient zowel het geval, dat de bank wil
medewerken als het geval, dat de bank niet tot medewerking bereid
is, behandeld te worden.
III.
In een borderel wordt door een samenloop van omstandigheden
de naam en de standplaats van de notaris die de hypotheekakte
passeerde, weggelaten, terwijl de datum van die akte evenmin ver
meld wordt. Ook op het formulier 3 A komen die gegevens niet
voor.
Welke consequenties zijn aan een en ander verbonden? Hoe zou
het zijn, als bedoelde gegevens ondanks de verklaring van eens
luidendheid wel op het borderel en niet op het formulier voor
zouden komen of omgekeerd?
IV.
A. laat zijn echtgenote B. en een kind C. na. Tijdens zijn leven
schonk hij 10.000,aan zijn vriend D. Bij uiterste wil vermaakt
hij aan zijn vrouw B. 3000,De nalatenschap van A. omvat
diverse goeden, waarde 6000,
Waarop kunnen B., C. en D. aanspraak maken?
Bij vraag II wordt slechts burgerrechtelijke behandeling verlangd.
Hypothecaire- en Kadastrale Boekhouding.
I.
Klaassen overweegt in verband met de woningnood aanschaffing
van een woonschuit. Jacobs wenst een juist door hem afgebouwd
woonschip van de hand te doen. Zij worden het eens over de prijs
van de boot en spreken af, dat Jacobs voor dat gedeelte van de
koopsom, dat Klaassen niet onmiddellijk kan voldoen, recht van
hypotheek op het schip zal krijgen. Het schip werd nog niet
ook niet als schip in aanbouw teboekgesteld.
Vragen:
1. Wat moet er gebeuren, om bovenstaande plannen te verwezen
lijken?
237