P. S. TEELING:
Over verdiepingen en appartementen I
Misschien heeft ook u, lezer, vóór de bezettingsjaren in het
centrum van een oude Nederlandse stad een geval meegemaakt
van horizontaal begrensde eigendom van onroerend goed. Dat
schijnt in vroeger tijd althans in ons land een zeer grote bijzonder
heid te zijn geweest. Nu ja, dat de werven aan de Oudegracht in
Utrecht aan een ander toebehoorden dan aan de eigenaar van de
straat erboven overheen, was vermoedelijk bij de meeste kadaster
mensen wel bekend. En ook van het geval van de kelder onder
de seinzaal van het postkantoor te Breda hadden velen in vak
kringen wel weet; vermoedelijk omdat hier een jarendurend proces
was gevoerd dat vóór de eerste wereldoorlog nogal wat stof heeft
gegeven tot praten. De Staat had het huis Catharinastraat 4 aan
gekocht, om er een post- en telegraafkantoor te doen bouwen.
Maar bij de sloping van het oude huis bleek de buurman -
wijnhandelaar er een grote wijnkelder onder te bezitten. De poste
rijen hadden het gehele perceel Breda sectie B nummer 3174 gekocht
en wensten dus niet alleen als eigenaren van de begane grond en
alles er boven op te treden, maar wilden ook als baas worden be
schouwd van meer dan* een paar voet diepe ondergrond. Gevolg:
proces. De verliezer gaat in cassatie; het Hof van Den Bosch stelt
de Staat in het ongelijk en deze laatste vraagt een uitspraak van
de hoogste beroepsinstantie. 11 april 1913 wees de Hoge Raad
arrest: de buurman bleef eigenaar van de wijnkelder, de Staat die
van het gebouwde er boven.
Hoger op
In Maastricht, daar vond men het hoger. Toen collega Werner
dertig jaar geleden tot taak kreeg, mij zo spoedig mogelijk in te
wijden in het ingewikkeld stratenpatroon van oud-Maastricht,
bracht hij mij eerst met enige trots naar de Grote Staat nabij de
Spilstraat. Wijzende op de gevel van de bloemist B o e r m a
„Ziedaar een geval van horizontale vaste eigendom, misschien
enig iri Nederland!" Duidelijker dan ik u met woorden kan schetsen,
blijkt de situatie uit de tekening die collega Werner ervan maakte.
De bloemistenwinkel steekt vanaf de eerste etage een groot stuk
over boven de schoenezaak er naast. Nog duidelijker is de werke
lijkheid, omdat de gevels in verschillende kleuren verf geschilderd
zijn, die hier de horizontale verdeling van het vastgoed nog scherper
doen uitkomen.
Wat die verschillende verfkleuren betreft, moet het een eeuw
geleden in Grenoble kakelbonter zijn geweest, dan op die Maas
trichtse straathoek. Het betrof daar een huis, dat in vijf etagewo-
12