Tijdens de mondelinge behandeling van de Begroting voor Binnenlandse Zaken vroeg het kamerlid M a e n e n aandacht voor de vereenvoudiging van de procedure voor kleinere gemeentegrens wijzigingen. Hij wees in dit verband op de redevoering van prof. mr. C. H. F. Polak, begin 1958 uitgesproken voor het departement Zwolle van de Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel, waarin o.m. werd opgemerkt, dat vele gemeentegrenzen dwars door percelen, wegen of wateren lopen doordat in de loop der jaren wijzigingen in het bodemgebruik hebben plaatsgevonden of nieuwe wegen zijn aangelegd zonder dat de gemeentegrenzen in overeenstemming daarmee zijn gebracht. Bekwame landmeters aldus merkte prof. Polak op hebben reeds meer dan eens met klem van redenen de aandacht gevestigd op de noodzaak van een snelle aanpassing van de gemeentegrenzen aan wijzigingen, welke het landschap ondergaat als gevolg van ruilverkaveling en soort gelijke cultuurtechnische werken. Een oorzaak zo sprak dhr Maenen in de Tweede Kamer van het achterblijven van deze noodzakelijke kleine grenswijzigingen is, dat voor elke wijziging van een gemeentegrens, hoe onbetekenend ook, een wet nodig is. Het heeft weinig zin nu uitvoerig hierover te spreken, omdat de Grondwet een wet voorschrijft, maar misschien is het aldus spr. mogelijk bij het voorbereiden van de wijziging der procedure met betrekking tot grenswijzigingen onderscheid te maken tussen onbelangrijke correcties en andere van meer ingrij pende aard. Dhr Maenen zal zijn zin krijgen, want in zijn antwoord liet minister Struycken weten, dat spoedig een wetsontwerp zal worden ingediend tot vereenvoudiging van de grenswijzigingspro cedure, zoals deze thans nog bij de gemeentewet is voorgeschreven. Onnodig op te merken, dat ook wij van het Kadaster met belang stellende spanning naar dit wetsontwerp uitzien. Want procedure- vereenvoudiging zal mede betekenen, dat èn de gewone bijhoudings- dienst èn de ruilverkavelingsdienst veel meer dan tot nu toe met de grenscorrecties zullen worden geconfronteerd. Begrotingsdebat Financiën Het Kadaster kwam hoe kan het anders na de publikatie der cijfers in de memorie van antwoord ook bij de mondelinge beraadslagingen over de begroting van Financiën aan bod. Een deel uit de Handelingen moge volgen: De heer Engelbertink (K.V.P.): Mijnheer de Voorzitter! Ook ik zou gaarne enkele opmerkingen over de domeinen willen maken. Daaraan voorafgaande, wil ik echter iets zeggen over het kadaster. De mededeling van de Minister in de memorie van antwoord omtrent de werkzaamheden van de commissie-Prinsen ten aanzien van het kadaster bracht weinig nieuws. De commissie studeert en is 22

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1959 | | pagina 22