mogelijk bezig met het opstellen van een ontwerpwet. We zullen te
zijner tijd het resultaat in de vorm van een rapport wel ontvangen.
De Minister mag uit deze simpele opmerking van mij niet af
leiden, dat ik geen belangstelling heb voor het werk van deze com
missie-Prinsen. Haar werk is van wetenschappelijke waarde, vooral
voor de toekomst, en mogelijk heeft dit werk ook invloed op de
beleidsvoering en op het interne werk van de kadastrale dienst.
Wij hebben dit echter nog af te wachten. Wat mij veel meer in
teresseerde ten aanzien van het kadaster, was het antwoord op de
vraag, dat ik vind in bijlage I, de vraag, hoe de stand van de werk
zaamheden is bij deze dienst. Het wordt van jaar tot jaar verve
lender en het wordt een eentonig verhaal: het steeds meer achter-
raken van deze dienst, het sterk achterblijven van de ambtelijke be
zetting bij de begrotingsraming. Het gaat om bijna honderd per
sonen. Er is in het korps van ambtenaren bij deze dienst een zekere
onrust vanwege die onvoldoende bezetting en het voortdurende
vertrek. Daarnaast bestaat er ook onrust in verband met de be
vordering en salariëring. Dit alles dwingt de Kamer telkens weer
opnieuw, de bijzondere aandacht van de Ministers van Financiën
en dus nu ook van Minister Hofstra voor deze kadastrale
dienst te vragen. Wie niet beter weet, zou denken, dat deze dienst
voor de Minister een soort van afstervende dienst is, met enkele
vergrijzende ambtenaren, die op hun pensioen wachten. Zo is het
toch echt niet: er zijn veel jongere ambtenaren en er is zelfs een
nieuwe, bekwame, jonge directeur. De dienst werkt ook modern,
maar is onderbezet. Ondanks de bijzondere zorg van een regerings
commissie voor de belastingdienst, die sinds meer dan 6 jaar de
moeilijkheden in deze sector kent, en ondanks de leiding van het
directoraat van de belastingdienst, dat vertrouwd is met het bij
werken van achterstanden, groeit toch bij dit kadaster de achter
stand. Ik zou weer opnieuw willen vragen: waarom probeert de
Minister niet van het kadaster een aparte dienst te maken? De
huidige hogere leiding schijnt het toch niet aan te kunnen. Er is
natuurlijk geen achterstand bij de particuliere kadastrale opmetingen.
Dat is begrijpelijk, want deze worden betaald en dan moeten zij
ook bij zijn. Bij de akteposten en de controleursposten is er echter
een achterstand van elk 100.000 stuks. Wanneer ik nu bedenk,
dat het bij de controleursposten gaat om de bebouwing van eigen
dommen, waarbij dus wel bij voortduring de verhoogde belasting
inning plaatsvindt, dan vraag ik mij af, of hier ook niet moet worden
gezorgd voor een snelle bijwerking in de kadastrale dienst. In het
algemeen is het toch zo, dat de dienst dient geleverd te worden,
wanneer de vergoeding daarvoor betaald is. Die dienst wordt hier
geleverd in de vorm van de kadastrale verwerking. Bij het kadaster
moet men echter na de betaling nog jarenlang wachten op de bij
werking. Indien de dienst zich verder onwikkelt, zoals dat de
laatste jaren het geval is geweest, zal het nog vele jaren duren,
voordat wij in de Kamer kunnen zeggen: de kadastrale dienst is bij.
23