Ruilverkaveling en landbouw
Meerjarenplan voor ruilverkaveling in druk verschenen*
Aan het einde van het vergangen jaar verscheen de gedrukte
uitgave van het rapport van de Centrale Cultuurtechnische Com
missie: Meerjarenplan voor ruilverkaveling en andere cultuurtech
nische werken in Nederland"* In het novembernummer van dit
orgaan vertelden wij reeds het een en ander over de opzet van het
Meerjarenplan. Voor de Nederlandse Heide Mij. was de ver
schijning van het Plan een gerede aanleiding, een speciaal Oude-
jaarsnummer van het Tijdschrift van deze Maatschappij aan het
Meerjarenplan te wijden. Ook een tijdschrift als het onze, dat ge
dragen wordt door het grootste deel van de ambtenaren, werkzaam
bij de Ruilverkavelingsdienst, zal ongetwijfeld grote aandacht
schenken aan het Plan en aan de aspecten van de eindelijk dan toch
aangepakte planning van de lawine van ruilverkavelingsaanvragen,
die de laatste jaren ons allen dreigde te overspoelen. Ongetwijfeld
weet de lezer, dat de planning van de droogmaking en bevolking
der voormalige Zuiderzee mede gebaseerd was en is op onderzoe
kingen van vaksociografen der Amsterdamse Universiteit. Menige
vooruitstrevende en snelgroeiende stad bouwt haar uitbreidings- en
ontwikkelingsplannen op het vooronderzoek van geschoolde vak
mensen van het Nederlands Economisch Instituut te Rotterdam.
Naast al de sociaal-economische studies die met de stad te maken
hadden, staat dan nu ook dit pas uitgegeven Meerjarenplan voor
Ruilverkaveling, als een wetenschappelijk stuk werk over de toe
komst van het platteland.
Uit de cijfers, die tijdens de behandeling van de Rijksbegroting
1959 door de Minister werden verstrekt t.a.v. de achterstand bij
het Kadaster, (213000 ha aangevraagd bij een jaarproduktie in
1958 van 3500 ha), kan wel de conclusie worden getrokken dat de
Ruilverkavelingsdienst de eerstkomende jaren zal moeten worden
uitgebreid om de realisatie van het Meerjarenplan veilig te stellen.
Bij de uitvoering immers van het voorgestelde planprogramma 2
wordt voor het tijdvak 1960/1965 gerekend op het verwerken van
40.000 ha per jaar, gevolgd door het klaar komen in het tijdvak
1965/1970 van 48000 ha per jaar. Bij zulk een tempo wordt in het
Plan erop gerekend, dat men dan in het jaar 2000 met het gigan
tische werk der ruilverkaveling van Nederland gereed zal kunnen
zijn.
Het Meerjarenplan biedt zulk een schat van materiaal ook voor
onze vakgenoten, dat het te hopen is dat de afdelingsbesturen in
de komende afdelingsvergaderingen de gelegenheid krijgen, onze
leden voorlichting te doen geven door b.v. een deskundige van de
Centrale Cultuurtechnische Commissie.
P. S. T,
38