Bij de beschikkingen van de Minister van Financiën van 9 no
vember 1949, nos 188 en 189 (Nederlandse Staatscourant dd. 14
november 1949, no. 222, circulaire 3680 en 3681) werd bepaald
dat voor de overschrijving aanbieding van een afschrift van de
akte aan de hypotheekbewaarder is vereist.
Op dit afschrift dient door de notaris een verklaring voor eens-
luidendheid te zijn gesteld.
Momenteel wordt de mogelijkheid onderzocht de overschrijving
te doen plaats vinden na aanbieding van een van Rijkswege ver
vaardigde mechanische reproductie van de akte, waarbij met het
oog op de besparing van archiefruimte gedacht wordt aan het
procédé der microfotografie.
b: Wet betreffende appartementeneigendom.
De wet van 20 december 1951 Stb. 571 heeft het wettelijk
mogelijk gemaakt de eigendom van een gebouw in appartementen
te splitsen. In verband hiermede zijn in het Burgerlijk Wetboek de
artikelen 638a tot en met 638t ingelast.
Onder appartement dient volgens de wet te worden verstaan:
een aandeel in het gebouw met toebehoren, zomede in de daarbij
behorende grond met toebehoren, in welk aandeel is begrepen het
recht op uitsluitend gebruik van een bepaald gedeelte van het ge
bouw, dat blijkens zijn inrichting bestemd is om als afzonderlijk
geheel te worden gebruikt.
Na de overschrijving van de notariële akte van splitsing ten
hypotheekkantore wordt ieder appartement als een zelfstandige
onroerende zaak beschouwd.
Alvorens tot splitsing kan worden overgegaan, dient de notaris
bij de hypotheekbewaarder een aanvrage tot vaststelling van het
complexnummer voor de in de splitsing te betrekken percelen in,
waarbij een tekening in drievoud wordt overlegd, waarop de be
grenzing van elk gedeelte van de gebouwen en de grond, dat voor
gebruik als afzonderlijk geheel is bestemd en waarvan volgens
de voorgenomen akte van splitsing het uitsluitend gebruik in een
appartement zal zijn begrepen, staat aangegeven.
Op straffe van nietigheid moet op grond van artikel 638 f B.W.
de akte van splitsing o.a. inhouden de kadastrale aanduiding van
de appartementen overeenkomstig nader bij algemene maatregel
van bestuur te stellen regelen.
Deze algemene maatregel van bestuur is vastgesteld bij Konink
lijk Besluit van 11 augustus 1952 Stb. 444 en bepaalt dat de kadas
trale aanduiding bestaat uit:
1. de kadastrale gemeente en sectie, waarin de in de splitsing
betrokken percelen zijn gelegen;
2. de complexaanduiding bestaande uit het voor de in de
splitsing betrokken percelen vastgestelde complexnummer gevolgd
door de hoofdletter A (afkorting van appartement);
7