betreft de objecten als de subjecten. Teneinde tegen te gaan, dat de bevoegdbeid tot tegenbewijs oneindig zou voortduren, is bet gewenst een bepaalde termijn of tijd vast te stellen, waarna de zakelijke rech ten die niet zijn ingeboekt bij de inrichting van bet grondboek, zijn verjaard. Deze rechten zullen door de grote zorgvuldigheid, die be tracht is bij de meting en de inrichting, weinig voorkomen. De termijn van verjaring kan dan ook kort zijn b.v. 10 jaar. Hoe is het nu gesteld met verkrijging van een object gedurende deze termijn? Hij, die te goeder trouw, krachtens geldige titel van de inge schreven eigenaar verwerft, heelt een onomstotelijk recht verkregen. Hij zal dit dan ook behouden, onverminderd het feit, dat iemand, die gedurende de termijn waarbinnen de bovengenoemde verjaring nog niet is voltooid, het bewijs levert, dat hij en niet de oorspronkelijke inge schrevene in het grondboek zakelijk rechthebbende was van het be trokken perceel. In dit geval moet de Staat de schade, die de ware eigenaar lijdt, vergoeden. Schaderegeling voor zulke gevallen moet dan ook in de wet zijn opgenomen. Ofschoon hier sprake kan zijn van een bekorting van de rechten van de zakelijke rechthebbende, immers in plaats van zijn eigendom ontvangt hij een schadevergoeding, moet de betekenis ervan niet wor den overschat. Deze is slechts gering in verhouding tot de grote waarde van het geheel, dat daar tegenover staat. Heeft nu het positieve percelengrondboek inderdaad altijd de juiste gegevens en is het volledig? In het algemeen gesproken is dit wel het geval en hoofdzaak blijft steeds dat de wet hem, die op de gegevens afgaat, beschermt. De zakelijke rechten eisen publiciteit. De rechts handeling is eerst voltooid na de openbaarmaking in het grondboek. Dit kan ook gelden voor vonnissen van onteigening. Hierbij neemt dan een afschrift van het vonnis de plaats in van de akte. Overgangen echter door vererving of verwerving krachtens testa ment blijken niet direct. Toch bestaan deze rechten terstond na het overlijden van de erflater. Hierbij kan dus niet worden voldaan aan het absolute inschrijvingsprincipe. Teneinde de inschrijvingen bij erf opvolging toch te verkrijgen en te bespoedigen, aangezien dit voor de betekenis van het grondboek van groot belang is, is het noodzakelijk in de wet een termijn te stellen, waarbinnen deze inschrijvingen moe ten geschieden. Verder is het noodzakelijk in de wet te regelen, dat erfgenamen hun aandeel niet kunnen vervreemden of met hypotheek bezwaren, voordat zij zijn ingeschreven in het grondboek. Dit systeem sluit aan bij de regel, dat men slechts kan verwerven van de inge schreven eigenaar en dat in het algemeen een aanmelding moet uit gaan van de ingeschreven rechthebbende. In tegenstelling tot het negatieve stelsel, waarbij de verjaring een instituut is om onzekere rechtstoestanden op te heffen, is bij een rechts geldig grondboek de verjaring niet op zijn plaats. De ingeschreven zakelijke rechthebbende kan door verjaring geen rechten verliezen. Ter wijl in het negatieve systeem steeds waakzaamheid geboden is uit vrees voor verlies van rechten, is bij het positieve systeem bij de in richting van het grondboek waakzaamheid van belang. Naast de overdracht van gehele percelen komt overdracht van ge- 56

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1959 | | pagina 12