de dienstbode voor dag en nacht", en van het dagmeisje, alsook van
de hulp in de huishouding als gelukkig gevolg van de algehele ver
hoging na de oorlog van de levensstandaard bracht problemen
van ongekende omvang voor de bewoners van villawijken. De nood
zaak voor de huisvrouw in thans alle lagen der bevolking, in een zo-
dan ig huis te wonen, waarin zonder dagelijkse hulp inderdaad dit
wonen mogelijk blijftzocht een oplossing. En aan dit alles komt de
llatbouw een eindweegs tegemoet. Ook in de zogenaamde Vrije Sector
van het bouwbedrijf vond de ,,flat grote interesse, ook al waren
onder de oude wetgeving soms zwaarwegende bedenkingen opgewor
pen tegen de verscheidene rechtsfiguren, waaronder men particulieren
liet deelnemen aan de financiering en totstandkoming van flatge
bouwen.
Bekend is het voorbeeld van coöperatieve bouw, dat uit Rotterdam
moet stammen. Een aantal winkeliers had zich aaneengesloten voor
de realisering van een winkel- en flatcomplex en was tot de stichting
van een coöperatieve vereniging overgegaan. De winkelrij stond zeker
op een in handelsopzicht strategisch punt, want een winkelmaatschap
pij deed er een genereus bod op. Een aanbod, dat door de meerderheid
der coöperatieleden werd aanvaard. En de meeste stemmen golden ook
hier, waarbij de minderheid zich had neer te leggen, al was die min
derheid nog zo graag in het winkelgebouw gebleven. De gevaren, die
de privé-belangen der afzonderlijke leden van zulk een bouwcoöperatie
kunnen bedreigen, zijn in zulke gevallen dus lang niet denkbeeldig.
Ook andere rechtsconstructies zijn onder de oude wetgeving be
proefd. Een bouwondernemer uit Zeist b.v. vertelde me in die over
gangstijd, dat hij een aantal gehele kadastrale percelen wilde doen
maken. Een aantal aparte kadastrale nummers n.I. voor een apart
staand trappenhuis naar de verdieping van een flatgebouw, nummers
met grotendeels fictieve grenzen, omdat het trappenhuis nu eenmaal
maar vier buitenmuren bezat. Elk van die kadastrale percelen wilde hij
dan afzonderlijk verkopen, gecombineerd met bepaalde erfdienstbaar
heden van gebruik en bewoning van omschreven kamers op de verdie
ping van het flatgebouw. Alleen al de omstandigheid dat zo n bouw
ondernemer binnen het raam van de toen bestaande wetgeving zulk
een ingewikkelde constructie trachtte tot stand te brengen, geeft wel
aan, dat de geboorte van het uiteindelijk ^appartementsperceel' ook in
ons land met barensweeën is gepaard gegaan. Onder onze lezers zul
len er ongetwijfeld verschillenden zijn, die deze flateigendom ook
onder andere gekozen vormen zagen tot ontwikkeling komen.
Internationaal
De ontwikkeling tot de totstandkoming van het hypermoderne appar
tement met zijn centraal geregelde woonvoorzieningen en gebruiksge
makken, de revolutionaire groei naar de flateigendom is geen speci-
fiek-Nederlands verschijnsel. In België zette zich deze groei reeds
in na de oorlog van 19141918, toen de grote woningnood leidde tot
de bouw in de uitgestrekte bevolkingssamenklontingen van voor
die tijd enorme flatcomplexen. Na 1945 eenzelfde verschijnsel: in
59