van CC' per meter) 197,81 18944,43/ 100 0,08919 X 100 8,919 188,891 X 100 18889,10 8,919 179,972 55,33 0,3 0,08919 X 0,3 0,027 179,945 X 0,3 53,98 0,027 179,918 1,35 0,007 0,08919 X 0,007 0,0006 179,9174 X 0,007 1,26 0,0006 2 b2II c2I I II 197,810 Opp. =25607,21 155,598 4662,78 42,412 2 X 237,767 18944,43 0,08919 (de aangroeiing 179,9168 Deze berekening loopt dus toevallig wel al zeer vlot. Als uitkomsten vinden we B'P 100,307 en PQ 179,917. De te bepalen meetgetallen luiden: bij P 141,48 en bij Q 101,89. 2°. We kunnen de afstand B'P x stellen. Allereerst vinden we een betrekking voor PQ waarin x voorkomt. Nu bepalen we het op pervlak van trap. BB'PQ. Dit leidt tot een vierkantsvergelijking in x, waarvan een der wortels is 100,307. De andere wortel is niet bruik baar. 3°. We bepalen het snijpunt S van AD en BC. De lengte PS is te berekenen uit PS2 B'S2 Opp. PQS Opp. BB'S. 4°. Nog een andere methode is de volgende: Noemen we BB' b, CC' c, PQ x, Opp. BB'PQ I en Opp. CC'PQ II, dan geldt de volgende gelijkheid: X Hiermee kunnen we x bepalen. Welke methode ook wordt toegepast, tot slot zal altijd de grootte van de nieuwe percelen als controle bepaald dienen te worden met gebruikmaking van de gevonden meetgetallen. 69

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1959 | | pagina 25