TV van de gevraagde cirkel, dezelfde uitdrukking voor de dag komt als
bij de vorige oplossing.
Op blz. 32 van dezelfde aflevering komen wij opgave VII tegen:
De as van een nieuw aan te leggen trambaan gaat door de punten
A, B, C en D. Deze vier punten zijn in coördinaten bekend:
X Y
A 100,33 39,21
B 59,75 1,05
c 19,82 4,47
D 85,07 65,13
Voorts is met behulp van meetgetallen de plaats aangegeven van
drie punten U, V en W, gelegen op de rand van een cirkelvormige
vijver. (Zie tekening.)
De voorwaarden waaraan de as moet voldoen, luiden als volgt:
De as loopt van A volgens een rechte lijn naar' B, gaat dan over in
een cirkelboog door B en C, rakende aan AB. In C gaat deze cirkel
boog vloeiend over in een andere cirkelboog, die in P raakt aan een
cirkel, concentrisch met de vijver. De straal van deze concentrische
cirkel moet gelijk zijn aan die van de vijver vermeerderd met 10 m.
Van P af volgt de as de omtrek van de concentrische cirkel tot een
punt Q, dat het raakpunt is van de raaklijn uit D aan de concentrische
cirkel. Vervolgens loopt de as volgens een rechte lijn van Q naar D.
Ten behoeve van de kaartering wordt gevraagd:
le. de coördinaten van het middelpunt van de cirkel door B en C.
2e. de coördinaten van het middelpunt van de cirkel door U, V en w.
3e. de coördinaten van het raakpunt P, benevens de coördinaten van
het middelpunt van de cirkel door C en P.
4e. de coördinaten van het raakpunt Q.
In jaargang 6, nr 2, blz. 8, vinden we de bespreking,
le. Voor de berekening van de coördinaten van het middelpunt M
van de cirkel voor B en C beginnen we met uit de coördinaten van
A, B en C de argumenten AB en BC af te leiden. De gevraagde co-
ordinaten vinden we door voorwaartse snijding van BM en CM X
37,74, Y 21,14.
73