burg I.d., H. W. Peters, Maastricht I.d., K. Spaan, Hoorn Ld., J. B. H. van Veen, Zierikzee rvk., I. C. Zwartbol, Gorinchem Ld. Aan de geslaagden onze hartelijke gelukwensen. Uitwisseling van vakbladen De adviseur voor gemeentelijk geodetisch werk, dipl. ing. Horst Michling, Putterweg 1 te Göttingen in West-Duitsland, wil graag de uitwisseling bevorderen van vakbladen uit zijn land tegen vaktijd schriften uit andere landen. Zij die prijs stellen op samenwerking met dhr Michling kunnen zich rechtstreeks met hem in verbinding stellen. Esperanto cn geodesie In Esperantokringen is men bezig met de vorming van een inter nationale studiekring voor geodesie en aanverwante wetenschappen, als onderdeel van de Wereld-Esperanto-Bond. Een onzer correspon denten schreef, dat op de „Deutsche Geodatentag in september 1958 enige nadere contacten zijn gelegd, o.a. met prof. Haar, hoog leraar in de cartografie en de geodesie aan een universiteit in Argen tinië, en met prof. Vladimir Peevski uit Sofia. Zoals wij uit artikelen van collega W. Koopmans reeds meermalen konden vaststellen heeft de WEB ook contacten in Egypte. Met belangstelling zien wij de ont wikkeling van genoemde studiekring tegemoet. Verstedelijking der Nederlandse bevolking Op 50 juni 1956, het tijdstip der laatste Algemene Volkstelling woonden bijna zes miljoen Nederlanders, ruim de helft van de totale bevolking, in steden van verschillende grootte en 2,7 miljoen of een vierde in plattelandsgemeenten. Daarnaast woonden nog 1800.000 men sen in kleinere en grotere geïndustrialiseerde en gemengd agrarisch-in- dustriële gemeenten. Bijna 600.000 personen waren woonachtig in de forensengemeenten rond de grote steden en in de specifieke woon gebieden (Kennemerland, het Gooi, Utrechtse Heuvelrug). Een en ander blijkt uit een door het Centraal Bureau voor de Sta tistiek uitgegeven publikatie „Typologie van de Nederlandse gemeenten naar urbanisatiegraad". Van de bijna zes miljoen „stedelingen" in ons land leefden er 3V2 miljoen in de grote steden boven 100.000 inwoners. In de 58 kleine plattelandsstadjes waren ruim j/4 miljoen personen woonachtig. De meest-geürbaniseerde provincie is Noordholland met ruim 72 van de bevolking in steden en nog eens 10% in verstedelijkte foren sengemeenten, terwijl het platteland hier slechts 10% van de totale bevolking omvat. Op de tweede plaats volgt Zuidholland waar even eens 72 van de bevolking in steden is gevestigd, doch waar het platteland nog 14% van het totaal herbergt. De provincies Friesland, Drente en Zeeland dragen nog een over wegend plattelandskarakter. Hier woont nl. méér dan de helft van de bevolking in plattelandsgemeenten. Limburg en Noordbrabant zijn de gewesten met het grootste aan- 83

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1959 | | pagina 39