verschaffen aan de zakelijke rechthebbenden. Kern van het grondboek
is het perceel. Een perceel is een begrensd gedeelte van het aardopper
vlak dat zover reikt als het eigendomsrecht van de eigenaar strekt.
Dit bepaalde gedeelte krijgt een nummer ter aanduiding en voor de
administratieve verwerking. Een perceel is dan een gedeelte van het
aardoppervlak, dat een grondboeknummer heeft. In de moderne syste
men van de boekhouding komt de aanduiding van de objecten voor
in de vorm van genummerde percelen, met als gevolg, dat een meet-
dienst noodzakelijk is om de vorm en de inhoud vast te leggen van
deze objecten.
Een goede meetdienst is alleen verantwoord, indien men deze wil
zien als meetdienst voor het grondboek en daarnaast als een dienst die:
ie. De verzamelde gegevens voor het grondboek kan verstrekken
aan anderen, zodat deze gegevens tevens kunnen dienen als onder
grond voor de werkzaamheden van diverse andere diensten.
2e. De gegevens zelf kan gebruiken bij het uitvoeren van werk
zaamheden voor andere openbare lichamen en particulieren. Hieronder
vallen: het verstrekken van kaarten op verschillende schaal, het op het
terrein uitzetten van uitbreidingsplannen, het maken van kaarten voor
projecten van wegen en waterlopen, voor bodemonderzoek en toerisme,
het reconstrueren van verloren gegane perceelsscheidingen, enz. enz.
Hierbij zou dan de meetdienst gezien kunnen worden als een onder
nemer, die goedkoop kan werken, omdat reeds veel gegevens door de
metingen voor het grondboek in de archieven zijn vastgelegd. Het is
zeer gewenst, dat deze ondernemersfunctie voor de meetdienst wordt
ingevoerd, waardoor de dienst over inkomsten zal gaan beschikken,
die omgekeerd weer kunnen leiden tot een betere inrichting. Ook wordt
dubbel meten voorkomen.
Bij de invoering van een grondboek in een bepaald land, zal men
uitgaande van de gedachte, dat het betrouwbaarste middel om een
stuk grond in ligging te omsohrijven, de afbeelding ervan op een
plan is over moeten gaan tot-algehele opmeting of hermeting, tenzij
van bepaalde gebieden de vroegere metingen een zo hoge waarde heb
ben, dat men ze direct definitief voor het grondboek kan gebruiken.
Immers de plans zullen als grondslag voor het grondboek dienen, en
omgekeerd zal het grondboek verwijzen naar het betrokken, plan. In
het algemeen zal hermeting wel noodzakelijk zijn. Hierbij moet men
zich telkens bewust zijn waarvoor de metingen moeten dienen. Van
het begin af kunnen we twee wegen volgen:
le. Een trapsgewijze ontwikkeling, waarbij de meetdiensten naast
de meting van de objecten zoveel mogelijk gegevens verzamelen om
trent de zakelijke rechthebbenden, maar waarbij toch in eerste instan
tie het opmeten van de gemeente, het verzamelen van de meetgegevens
van de objecten en de verwerking hiervan, als een afgesloten geheel
kan worden beschouwd, terwijl later de grondboekhouder bij de in
boeking van de percelen is belast met de definitieve inboeking van de
zakelijke rechthebbenden, na een deugdelijk onderzoek.
2e. Een methode, die overeenkomst vertoont met de werkwijze zoals
deze toepassing vindt bij de ruilverkaveling, nl. door het inschakelen
48