98
steeg met 60 a 70%, terwijl de produktiekosten 10 procent hoger
waren. Deze uitkomsten maken ruilverkaveling rendabel. De Duitse
cijfers zijn evenwel niet zonder meer met Nederlandse te vergelijken.
In West-Duitsland is ruilverkaveling sedert 1821 toegepast, en thans
worden vele gebieden voor de tweede maal behandeld. Wegen en
waterlopen blijven hierbij op hun plaats en alleen de percelen wor
den samengevoegd. Het werk aan deze ,,Zweitumlegungen" is ge
ring, en bestaat voornamelijk uit intellectuele arbeid. Tegenover lage
kosten staan hier gunstige resultaten. Daar grondwerkzaamheden
zeer kostbaar zijn, zal de verhouding van baten en kosten in Neder
land belangrijk ongunstiger zijn. Bij technische ingrepen op de bo
dem begint zeer snel de wet van de afnemende meeropbrengsten
te werken, zodat het zeer de vraag is of onze moderne vorm van
ruilverkaveling nog wel rendabel is. Dit blijkt uit de volgende argu
menten die resp. fiscaal, sociaal en economisch zijn.
1Het Besluit op de Inkomstenbelasting (art. 6, 2e lid) bepaalt:
Waardeverandering van onroerende goederen welke tot het land
bouwbedrijf van de belastingplichtige behoren, heeft geen invloed op
de winst, behalve voor zover de verandering in de uitoefening van
het bedrijf is ontstaan." Een ministeriële resolutie betreffende de be
lastbaarheid van de waardevermeerderingen vult dit als volgt aan:
Jn het algemeen mag worden aangenomen dat de werkelijke waar
destijging tengevolge van de ruilverkaveling het te betalen aandeel
in de kosten niet overtreft, zodat bij een latere realisatie eventueel
tot uitdrukking komende winst, niet dient te worden aangemerkt als
te zijn voortgevloeid uit de ruilverkaveling en derhalve niet op deze
grond dient te worden belast." De fiscus acht de waardestijging ten
gevolge van ruilverkaveling dus gelijk aan de te betalen rente. Deze
rente vergoedt slechts een fractie (20 a 30 van de werkelijk ge
maakte kosten. De resterende 70 a 80 die niet tot uiting komt in
een waardevermeerdering moet dus onmiddellijk worden afgeschre
ven, met andere woorden, het staatsaandeel in alle verkavelde ge
bieden, dat nu reeds in de miljarden loopt, staat voor minder dan
één gulden op de balans.
2. Het sociale argument. De ervaring leert, dat ruilverkavelingen
kunnen worden afgestemd (bijv. de 6000 ha van polder Arkemheen
in 1958). Dit is onverklaarbaar, indien de landverbetering werkelijk
profijtelijk is. Men kan dit vergelijken met het verbouwen van huizen.
Wa nneer men aan huiseigenaren aan zou bieden hun pand te ver
beteren met 70 staatssubsidie, dan zullen vele eigenaren toehap
pen, althans wanneer zij de resterende 30 kunnen betalen of hier
voor hypotheek kunnen krijgen en de verbouwing hun rendabel voor
komt. De objectieve rentabiliteitsberekening vraagt dus een persoon
lijk'wikken en wegen van de belanghebbenden. Deze subjectieve
rentabiliteitsberekening komt bij ruilverkaveling tot uiting in de stem
ming. Hierbij moet worden aangemerkt dat de boerenstand, voor
zover zij verpauperd is, geen extra kosten meer kan en wil dragen.
In sommige tot stand gekomen ruilverkavelingen komen landbouw-