Uit deze tabel kan men enkele conclusies afleiden. De welvaart van een land wordt bepaald door de produktiviteit per man, niet die per ha. Een hoge produktie geeft een hoge levensstandaard. Hoe hoger het percentage van de bevolking dat in de landbouw werkt, des te lager is het economisch niveau. Gezien onze produktiviteit zijn sommige deskundigen voorstander van extensivering van onze landbouw (bijv. bebossing van rond 30 van de oppervlakte). Door eenvoudige vergelijking met Denemarken kom ik echter tot de stelling, dat het in ons land mogelijk is het aantal agrarische bedrijven tot een derde terug te brengen zonder de cul tuur te extensiveren. Nederland zou hierdoor allerminst verarmen. De landbouw heeft een functie in de maatschappij, namelijk de grond niet braak te laten-liggen. Voor onze nationale economie maakt het echter een groot verschil of het werk op het land wordt gedaan door 500.000 of door 160.000 mensen. Door drastische vermindering van het aantal werkzamen in de landbouw kunnen alle bedrijven vergroot worden tot gemiddeld 20 ha. Teneinde met het buitenland te kunnen concurreren, moet in de toekomst nog verdergaande vergroting wor den nagestreefd. Ook micro-economische argumenten wijzen in deze richting. Feitelijk zijn alleen de grotere landbouwbedrijven nog ren dabel. Zij hebben door mechanisatie lagere arbeidskosten, alsmede relatief lagere gebouwenlasten. Zij betalen meestal ook een hogere pachtprijs per ha. Er wordt wel eens op gewezen dat de landbouw van nature geen tendens zou hebben, om uit te groeien tot grootbedrijf. Dit heeft de landbouw wel, maar het concentratieproces is tot nu toe niet voort geschreden door eerdergenoemde steunmaatregelen. Zonder over heidsbemoeiing immers zullen de prijzen der produkten een even wicht vormen, tussen vraag en aanbod. Bedrijven die in dat geval beneden de rentabiliteitsgrens produceren, verdwijnen langs natuur lijke weg. In onze geleide economie kunnen de kleinste bedrijfjes evenwel nog juist een slepend bestaan voeren door de prijsgaranties. De landbouwegalisatiepolitiek verdient dus afkeuring, omdat zij de uitstoting van kleine landbouwers afremt. Hiermee is ons land niet gebaat. Zonder correctie verpaupert onze landbouw. Hofstee vreest dat een groot deel van de agrarische bevolking in de naaste toekomst tot de sociaal achtergeblevenen zal gaan behoren. De 100.000 boe ren met minder dan vijf ha verdienen nu reeds gemiddeld minder dan een landarbeider. Dirigisme? Inmiddels probeert de regering door juridische maatregelen eco nomische tendenties om te buigen, en ons land dreigt hierdoor in de greep van het dirigisme te raken. De grond- en pachtpr.ijzen zijn be heerst. Wettelijke maatregelen omtrent vestigingseisen t.a.v. de per soon en het bedrijf zijn in studie. Er is een verbod om goed gevormde kavels te splitsen. Uitgifte in pacht mag niet leiden tot nevenver- dienste. Er is ,,kunstmatige vergroting" en beëindigingsvergoeding 101

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1959 | | pagina 13