grondtransacties gewacht te hebben tot na de indiening van de akte
van toedeling. Het plan van toedeling wordt hierdoor verstoord.
Ondanks de scherpere toetsing van de Grondkamer vindt in plaats
van contractie veelal weer verstrooiing van eigendom plaats.
Het is in het algemeen juister pas tot ruilverkaveling over te gaan,
nadat het aantal landbouwbedrijven tot een minimum is terugge
bracht. In gebieden waar veel industrie is aangetrokken (Emmen,
Etten-Leur) is de schaarste aan land plotseling verdwenen. Tal van
bedrijfjes komen onder de hamer, omdat er geen opvolger is. Expan
sieve boeren vergroten nu hun bedrijf met grond die links en rechts
vrij komt. De indeling van deze percelen vertoont gewoonlijk een
verspreide ligging, zodat zo'n gebied rijp wordt voor ruilverkaveling.
De prioriteit moet dunkt mij door deze maatstaf worden bepaald.
Wanneer na ruilverkaveling de boeren hun mechanisering uitbrei
den, zodat de arbeidsbezetting nog geringer wordt, is hier sprake
van opleving van een gehele streek regionale ontwikkeling dus
met een minimum aan overheidsingrijpen.
Nadere beschouwing van de rentabiliteit: de afstand
Ruilverkaveling kan dus een oplossing brengen. Moet zij ook altijd
de oplossing zijn? Mijns inziens wordt dé oplossing te spoedig in deze
richting gezocht. Men doet het voorkomen alsof dit het alleenzalig
makende en laatste redmiddel is, met het gevolg dat thans 1 V2 mil
joen ha op uitvoering wachten, ofwel 2\3 van onze cultuurgrond. (De
Nederlandse Heidemaatschappij berekende in 1925 dat 16% van
ons land ruilverkavelingsbehoeftig was).
Ruilverkaveling kan gebruikt worden om de perceelsafstand terug
te brengen. De waarde hiervan willen we kritisch toetsen. Algemeen
wordt aangenomen dat met het verder verwijderd zijn van de boer
derij de intensiteit van de bodemexploitatie daalt; de zorg voor het
land neemt af en de prijs van het landbouwprodukt stijgt tengevolge
van de stijgende transportkosten. Afgelegen grond zou ongeveer
10 minder opbrengst hebben voor de eerste drie kilometer.
Nu is er in Limburg een verkavelingsonderzoek verricht door J. W.
Righolt, dat deze generalisaties logenstraft. De hoeveelheid akker-
bouwprodukten die men markt, wordt nauwelijks door de gemiddelde
afstand percelen-boerderij beïnvloed. Het kavelaantal heeft geen in
vloed van betekenis t.a.v. de bruto-opbrengst, arbeidseffect of ar
beidsinkomen. Sterke versnippering sluit goede bedrijfsresultaten
allerminst uit. Een geringe tendens tot stijging lijkt juist aanwezig,
omdat de energieke boeren ook grond op grotere afstand in exploi
tatie nemen (kopen of pachten). De activiteit van de bedrijfsleiding is
dus van overwegende betekenis. Anders is het met de rundveehou
derij. De opbrengst van omstreeks 425 gulden per ha cultuurgrond
op de best verkavelde bedrijven liep terug tot ongeveer 250,— op
bedrijven met een gemiddelde perceelsafstand van 3 km. Een grote
afstand verlaagt het aantal standaarduren per man en beïnvloedt ook
de hoogte van het arbeidsinkomen in duidelijke negatieve zin 3).
104