Tl> r- 'hfq 118 EXAMEN LANDMEETKUNDIG TEKENAAR N.L.F. 1959 Landmeetkundige berekeningen I. 1 april 10.0012.30 uur Vraag 1. Gegeven: X Y D 177,86 218,83 S 1736,79 - 1238,59 T 140,84 180,46 (T is een hooggelegen punt) Argument VD 185,3475 Gemeten: a) lengten: AB 124,69; BC 111,03; CD 98,44. b) richtingen: In A: In B: In C: In D: S 0,0000 A 0,0000 B 0,0000 C 0,0000 T 108,1673 T 63,1147* D 240,6277 V 73,5146 B 175,4765 C 238,5160 berekend. Toelichting. De richting in B naar T is niet te meten, doch voor U berekend uit gemeten grootheden. Gevraagd. Bereken de coördinaten van B en C met behulp van de reken machine. Vraag 2. Controleer de grootte van de door ons ten behoeve van de op lossing van vraag 1 berekende richting in B naar T. Daartoe moet deze richting thans als onbekend worden verondersteld en door U worden berekend uit de gemeten grootheden met behulp van I o g a r i t m e n. In verband met deze berekening wordt U medegedeeld, dat, be halve de onder vraag 1 genoemde lengten en richtingen, nog wer den gemeten: Z ABE 93,8812 Z BET 145,7634 BE 58,57 (Wordt vervolgd)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1959 | | pagina 30