130
tricht blw; J. W. Achterkamp, Assen; J. Bakker, J. J. Clerckx en J. D.
Hall te Amsterdam I.dE. Boevink en G. Kootstra, Zwolle blw.; Mej.
J. W. Bomhof te Zwolle R; J. G. Boon, mej. M. van Essen en E. E
Venema te 's-Hertogenbosch l.d.; D. N. van Driel, Groningen blw;
H. Broekhuizen, Zwolle l.d.; J. H. M. Hövels te Almelo R; H. Kamp
huis, Winschoten; M. J. Lacet, Eindhoven R; M. P. C. Scheepers,
Eindhoven l.d.; E. J. Siemerink, Almelo l.d.; J. H. P. Stultiens, Nijme
gen; P. S. Weltevreden te Deventer; m.i.v. 1-3-'59: W. L. J. Flik-
kema, Groningen R; mej. E. W. H. van Meeteren, 's-Hertogenbosch
I.d.; L. L. W. van der Ploeg, 's-Gravenhage l.d.; mevr. E. M. L. Ha-
mers-Thijssen, Rotterdam; A. Ph. de Vries te Winschoten.
Verplaatst: m.i.v. 1 -3-'59de tekenaars J. D. Hall van Den Bosch
naar Amsterdam; mej. L. J. Vos van Amsterdam naar Den Haag cto;
mej. A. M. C. Brouwer van Den Haag cto naar Den Haag fot.gr.d.;
m.i.v. 1-4-'59 de landm. ambt. (A) K. J. Koens van Breda l.d. naar
's-Gravenhage fot.gr.d. onder gelijktijdige aanwijzing tot chef de
bureau; de techn. ambt. 1e kl. A. W. Boelhouwer van Zwolle blw
naar Zwolle l.d.; en W. E. H. Sleijster van Zwolle l.d. naar
Zwolle R; de landm. ambt. H. C. A. de Rijk van Utrecht blw naar
Middelburg R; G. J. Rodijk van Maastricht blw naar Almelo R;
W. Nijboer van Delft rdm naar Almelo R; de tekenaars J. H. P. G.
Stultiens van Nijmegen l.d. naar Roermond l.d.; T. G. van Duijn-
hoven van Arnhem l.d. naar Nijmegen l.d.; mej. C. M. C. Priem van
Eindhoven blw naar Breda R; J. C. M. van Wezel van Tiel naar
Roermond; H. Vermeer van Den Haag cto naar Den Haag l.d. en J.
Dam van Winschoten l.d. naar Heerenveen l.d.; de adsp. tekenaar
J. E. Baars van Nijmegen l.d. naar Arnhem l.d. De m.i.v. 1 juli bevo
len verplaatsing van de techn. ambt. 1e kl. C. G. Pots van Zierikzee
R naar Assen l.d. wordt geacht te zijn ingegaan op 1 april 1959,
m.i.v. 1-5-'59: de techn. ambt. 1e kl. G. Gille van Almelo l.d.
naar Zutphen l.d. en T. Fijlstra van Almelo l.d. naar Leeuwarden l.d.
m.i.v. 1-6-'59: de landm. ambt. (A) L. Kruit van Den Bosch l.d. naar
Den Haag l.d.; m.i.v. 1-7-'59 de landm. ambt. G. H. van der Veer
van Rotterdam l.d. naar Utrecht R.
De volgende landmeetk. ambtenaren zijn aangewezen voor het
verrichten van veldwerkzaamheden en verplaatst: m.i.v. 1-4-'59 H.
C. van Zuylen en J. Boekhold resp. van Amsterdam en Amersfoort
naar Utrecht blw; m.i.v. 1-5-'59 W. P. Rentier van Middelburg R naar
Rotterdam; m.i.v. 1-7-59 T. 't Mannetje van Den Haag fot.gr.d. naar
Rotterdam.
In opleiding genomen aan het C.T.O. m.i.v. 1-4-'59: J. Burges te
Alkmaar l.d.; J. Giskes, R. C. G. Hottentot, Th. Poll en mej. C. van
Veelen te Amsterdam; H. J. A. R. Dousi te Haarlem l.d.; mej. E.
Broers, W. Flier en H. Hartgers te Arnhem l.d.; M. H. E. Paulussen
te Maastricht l.d.; E. Ph. Dassen en J. W. C. Even te Maastricht blw;
F. G. van Hal te Nijmegen; H. L. M. Al Iers te Roermond l.d.; G. van
Baal te Tiel; H. Testerink te Zutphen; R. C. J. Kaper en J. Maasland
te Dordrecht; A. M .Dek te Goes; J. C. W. Brouwer, H. J. Ploegaert,
J. van Rooijen, A. Tevel en mej. P. J. van de Walle te Middelburg