xB-xA 0 I I yb-ya I 92 De bewerking geschiedt door afwisselend het Or, Rr en Or naar nul te draaien. Berekening Xp Xa en Yp Ya Ür X a< X 0 Ib cotg BP I cotg BP cotg AP I cotg AP Rr I ong. nul S *0 Voor de berekening met tangenten behoeven slechts de abscissen- en ordinatenverschillen van plaats te worden verwisseld. In deze bewerking worden dus de coördinaten van een punt op de eerste rechte verminderd met die van een punt op de tweede rechte. Passen we dit toe bij de berekening van de coördinaten der punten van een centrumnet, met het centrum als oorsprong of nul punt van het coördinatenstelsel, dan blijken de coördinaten van alle punten te kunnen worden gevonden door een eenvoudig naar nul draaien van omwentelings- en resultaatregister. Zal er nu nog iemand zijn, die de voorkeur geeft aan de op blz. 147 van de H.T.W. aangegeven bewerking volgens een basishoekenmethode? De basishoekenmethode zal slechts uiterst zelden moeten worden gebruikt. De waarde ligt veel meer in de algemene toepassingen van deze methode en het spijt mij, dat de heer Harkink deze niet ver meldt. Daarmede verzuimde hij de kans om van zijn behandeling een geheel te maken en onthoudt hij zijn lezers het verband tussen alle bewerkingen. Ter bekorting gaat hij uit van een in zijn boek voor komende formule men moet eens nagaan hoe deze formule (V.3. A, blz. 106) ontstaan is terwijl hij in enkele regels het eenvoudige aan de basishoekenmethode ontleende bewijs had kunnen overne men. Hij zou dan op blz. 10 niet behoeven te wijzen op een gelijkenis met de methode Heckmann-Tienstra, want het is eenvoudig de me thode Heckmann. Is de verklaring voor dit verzuim misschien af te leiden uit hetgeen de heer Harkink op blz. 6 opmerkt: Waarom de schrijver de afleiding weglaat begrijp ik niet. Hier volgt ze." En... dan volgt hetgeen door mij op blz. 173 jrg. 1957 werd neerge schreven! Zou er, zo vraag ik me af, zo'n enorm tijdsverschil liggen tussen het door hem op blz. 6 en het op blz. 10 geschrevene? Als ik nl. voorstel de methode Heckmann-Tienstra toe te passen in form, kad.nr. 32 (Cassini), dan zegt hij (blz. 6): Misschien is deze methode thans wel zo gemeengoed geworden, dat dit inderdaad zou kunnen." Maar raad ik aan die methode niet toe te passen bij de dubbelzinnige snij ding, dan is zijn antwoord (blz. 10): ,,Deze methode is in het geheu gen gegrift." Van deze dubbelzinnige snijding geeft hij in 2 staatjes naast elkaar zijn methode in 8 bewerkingen (het verschil der (co)tangenten is hij vergeten, een berekening die net nog iets meer vergt dan het bepa len van het dubbele van een tangens) en de mijne in 4 bewerkingen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1959 | | pagina 4