immers slechts om coördinaten van 285, om daarmee de lengte van
282-285 te bepalen. We vinden zo 297,783 m.
Voordat we de hoofdveelhoek tweemaal gaan berekenen, hebben
we dus fB -{- 18 dmgr over de hoeken verdeeld. We doen dit
ook hier om later een gedeelte van de nu op te zoeken sinussen
en cosinussen over te kunnen nemen. Als we de twee series coördi
naten vergelijken, zien we dat de uitkomsten voor 285 dicht bij
elkaar komen: 4362,49; 19435,32 en 4362,51; 19435,45.
In 285 zal dus de hoekfout gemaakt moeten zijn. Na in dit punt
de richting naar 286 met 0,1 gr te hebben verminderd, zal de be
rekening van de gevraagde coördinaten niet veel werk meer zijn;
we kunnen inderdaad de benodigde sinussen en cosinussen uit de
reeds nodig gebleken zijnde hulpberekeningen overnemen. Voor fx
en fy vinden we respectievelijk -f- 12,7 cm en 20,5 cm. Dit zijn,
gezien de vrij korte totale lengte 860 m van de veelhoek, nogal
grote sluittermen. Daar de veelhoek ook verre van gestrekt is, zal
het dus nodig zijn na te gaan of het geen aanbeveling verdient bij
de vaststelling van de coördinaten methode II toe te passen. (Zie
dit Orgaan, jrg. 1957, blz. 46, M. Rijsdijk: Een veelhoeksberekening
volgens methode II.)
Voor A 7 bepalen we hier -["0,1 mm/hm. Deze lengtecorrectie
is zo klein, omdat de vector bepaald door fx en fy ongeveer lood
recht blijkt te staan op de verbindingslijn 282-279. Het toepassen
van methode II heeft dus hier geen zin.
De gevraagde coördinaten zijn
283 4502,84 19305,28
284 4455,43 19380,79
285 4362,43 19435,32
286 4177,14 19576,27
287 4025,53 19606,32
Oplossingen ontvingen wij van de heren A. Luinge en A. van
Wieringen.
Zij, die nogal eens hoofdhoekmeting bij veelhoeksberekening toe
passen, kunnen zich er op toeleggen de gegevens voor de bereke
ning in een gecomprimeerd schema op te schrijven. Aan hen die er
weinig mee te maken hebben, raden wij deze schrijfwijze niet aan.
Zij kunnen beter de vaststelling van de argumenten doen in aparte
veelhoekjes, die ze later samenvoegen voor de coördinatenbereke-
ning.
Tot slot nog een vraag: Hoe zou U een grove fout in de richtings
meting lokaliseren, als deze gemaakt blijkt te zijn in een van de
richtingen van een kleine veelhoek, afgesneden door de hoofd
hoekmeting. Denk hierbij vooral aan het geval van een veelhoek
met veel hoekpunten.
Opgave LXXIII
Dit is alweer een veelhoeksberekening. Van het goede wat te
veel, zo vlak na elkaar, maar van de opgaven van het examen
144