A
B
C
X
21445,80
21430,50
21429,70
y
13622,40
13659,20
13864,30
h 20 m
/2 40 m
U 12 m
Gegeven zijn de coördinaten van de twee hoekpunten A en B
van een gebouw en de coördinaten van het centrum van de water
toren C. op 7 m aan AB ligt de rechtstand L Er moet een
cirkelboog berekend worden tussen rechtstand I en rechtstand II,
welke rechtstand op 5 m langs de buitenkant van de watertoren
loopt. De watertoren heeft een straal van 10 m. Voorts is tangent-
punt T{1 bepaald door lx 1% (zie tek.), terwijl de straal van de
cirkelboog 90 m is.
Verder moet worden berekend een cirkelboog T3TA tussen de
rechtstand STs (tg a 1/9) en rechtstand III, die op 10 m
rechtstand II loopt.
Gevraagd: de straal van de boog T3 T A, de coördinaten van
Ti, T2, T3, Ta en het verschil in booglengte van T±T2 en T3T4.
Landmeetkundige berekening IIL 3 april 13.00—16.30 uur.
Formules:
q cos y>t
Gegevens:
RD 6
RD 14 -
RD 15 -
RD 16 -
RD 17 -
X
5196,16
3105,84
8494,98
11591,11
11603,91
2999,99
11591,10
8470,23
3105,83
3130,12
h
d 3
0,05
br
h
9>
800
m~
[uu]
40,53
V
M
m g 800.
is
(n-1) (s-1)
Ter bepaling van de coördinaten van SP 58 zijn in dit punt
richtingen gemeten naar de RD-punten 6, 14, 15, 16 en 17 (zie
bijgevoegd hoekmeetformulier).
Gevraagd: op het hoekmeetformulier de standaardafwijking m
in de gemiddelde herleide richtingen te bepalen.
Bovendien is in RD 6 de buitenrichting naar SP 58 gemeten, ge-
150
RD 16 I
SP 5
RD 17
1
I
RD 6
RDI5
H
RD 14
n
Q sin yji