2a. In de laatste 10 jaar is gemiddeld per jaar f 50 min uit
's-Rijks kas besteed voor ruil- en herverkaveling. In verband met
het langzaam op gang komen van deze gecompliceerde werken
in de eerste periode na de tweede wereldoorlog kan er een onder
scheid worden gemaakt tussen twee vijfjaarlijkse periodes. In de peri
ode 1949 t/m 1953 bedroeg het per jaar uit 's-Rijks kas besteed
bedrag gemiddeld f25 min; in de periode 1954 t/m 1958 f76 min.
2b. De ruil- en herverkaveling is een samenstel van werken en
maatregelen ter verbetering van de uitrusting en indeling van
agrarische gebieden. De afzonderlijke categoriën investeringswerken
zijnaanleg en verbetering van wegen; waterbouwkundige werken;
kavelindelings- en vergrotingswerkengrondverbeteringswerken;
afbreken van krotten en vervallen boerderijen en nieuwbouw van
landbouwbedrijfsgebouwen, woningen en kassen; vernieuwing van
het landschap door het planten van bomen en struiken en het
treffen van recreatieve voorzieningen; aanleg van waterleiding en
elektriciteit.
De procentuele verdeling van de gelden over bovengenoemde
categoriën van investeringswerken in ruil- en herverkavelingen is
gemiddeld in de laatste jaren als volgt;
1. aanleg en verbetering van wegen 25%
2. waterbouwkundige werken 30
3. kavelindeling- en vergrotingswerken 20
4. grondverbeteringswerken 15%
5. landbouwbedrijfsgebouwen, woningen en kassen 7
6. landschapsverzorging 2
7. aanleg waterleiding en elektriciteit 1
Totaal 100%
3. Heeft na de oorlog vanwege het departement van de minister
een nauwgezet onderzoek plaatsgevonden van de verslechtering
eventueel verbetering t.a.v. de gebruiks- en eigendomsver
houdingen in een aantal afgesloten ruilverkavelingen?
3. Vanwege het departement van de ondergetekende heeft na
de tweede wereldoorlog geen nauwgezet algemeen onderzoek
plaatsgevonden naar de verslechtering of verbetering van de ge
bruiks- en eigendomsverhoudingen in een aantal afgesloten ruil
verkavelingen. Wel werd in een drietal gevallen onderzoek verricht,
waarvan de resultaten in het antwoord op vraag 4 worden vermeld.
4. Indien de minister op vraag 3 een bevestigend antwoord
kan geven, wil hij dan het resultaat van dit onderzoek aan de
Kamer voorleggen?
4. De resultaten van de tot nog toe verrichte incidentele onder
zoekingen zijn als volgt;
Bij de behandeling van de Ruilverkavelingswet in de Tweede
Kamer der Staten-Generaal werd naar aanleiding van vragen,
gesteld in het Voorlopig Verslag (stuk 2063, nr. 4 blz. 4) in de
Memorie van Antwoord (stuk 20ö3, nr. 5 blz. 5), door de Regering
het volgende opgemerkt.
155