investeerd in werken (zie tabel vraag 2b), waarvan het nut onge daan zou kunnen worden gemaakt door wettelijk toelaatbare splitsing van percelen, samen gaand met versnippering van be drijven (vererving, boedelscheiding, overdrachten tussen echtgenoten en bloed- en aanverwanten in de rechte lijn), 5b. Op de vraag of ondergetekende bereid is in verband met de in vraag 1 gesignaleerde uitlatingen alsnog ten spoedigste in een voldoend aantal vóór 1956 afgesloten ruilverkavelingen een nauwgezet onderzoek naar de eigendoms- en gebruiksverslechterin- gen en verbeteringen van de kavelindelingen tengevolge van verkoop en vererving te doen instellen, kan de ondergetekende mededelen dat zulk een onderzoek reeds gaande is. De Cultuur technische Dienst heeft namelijk in december 1958 besloten om in een vijftal representatieve ruilverkavelingen, tot stand gekomen in de jaren 1945-1949 een intensief onderzoek in te stellen. Met dit onderzoek zijn de betrokken rijksconsulenten voor Grond en Pachtzaken belast. Genoemde Dienst vond in de be raadslagingen in de Staten-Generaal bij de behandeling van wets ontwerp nr. 4977 (Wijziging van de Wet op de vervreemding van Landbouwgronden) en in de Centrale Cultuurtechnische Com missie aanleiding om deze kwestie opnieuw aan de orde te stellen. Het onderzoek vergt, gezien het minutieuze nagaan van het effect van elke plaatsgevonden hebbende overdracht, veel tijd, zodat definitieve gedetailleerde rsultaten op dit moment nog niet beschik baar zijn. De voorlopige algemene indruk is, dat in deze gebieden de overdrachten bij verkoop en vererving slechts in weinig gevallen tot een verslechtering van de toestand aanleiding hebben gegeven. Vaak is de ruilverkaveling ook aanleiding geweest tot verbetering op grond van landbouwkundig inzicht bij betrokkenen, b.v. wanneer families met het oog op te verwachten boedelscheidingen hiermede destijds bij de wenszittingen van de ruilverkaveling reeds rekening hielden. De sireekverbeiering van hei land van Heusden en Aliena Grootste ruilverkaveling van Europa staat voor de deur* Het Land van Heusden en Altena vormde tot de 18e novem ber 1421 een deel van de Groote- of Zuidhollandse Waard. In de nacht, volgend op deze dag, voltrok zich de St. Elisabeth's vloed. De grote Waard werd geheel overstroomd. Hoewel het oostelijk deel van het gebied reeds spoedig nadien weer tegen het water werd beschermd moest het nog 250 jaar duren, alvorens het tegenwoordige land van Heusden en Altena weer geheel op het water was heroverd. Deze historie heeft het Land van Heus den en Altena tot een overgangsgebied tussen rivierklei en estu- ariumklei gemaakt. Als zodanig sluit de streek enerzijds aan bij het West-Brabantse kleigebied, anderzijds bij het gebied tussen de 157

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1959 | | pagina 25